De lokroep van de grote stille heide
Terug naar Geschied- en heemkundige kring "Het Land van Thorn"Donderdag
21-08-2025 14:00
Parochiehuis Bocholt, Kerkplein 11, 3950 Bocholt
Parkeersuggestie: Kerkplein of parkeerplaats Matthijsplein Bocholt. Entree gratis.
Beschrijving
Industrie voor de vooruitgang en welstand !?
Aan het einde van de 19de eeuw ontdekten industriëlen onze grote stille heide. Tegelijkertijd werden onze voorouders geconfronteerd met de industriële revolutie, die grote veranderingen bracht voor zowel mensen als de natuur. De toenmalige pastoor van Kaulille noemde de arbeiders die zijn parochie kwamen bevolken “de duvels oet de Fabriekstraot”.
In dit minisymposium nemen we u mee terug in de tijd, naar de oprichting en de beginjaren van de “vuile industrie”. Bruno Indekeu vertelt u over de investeerders en industriëlen die deze indus-trieën opzetten, en zal ook hun familiebanden belichten.

Jos Vangerven zal ingaan op de buskruitfabriek Cooppal, die in 1881 in Kaulille werd gesticht. Het terrein van 180 hectare lag ver van de woonkernen op de voormalige heidegebieden Raekerheide en Grote Heide, omdat de productie giftige gassen en gevaarlijke ontploffingen met zich meebracht. In sommige periodes stelde de fabriek tot 600 mensen tewerk.
De familie Dor bouwde in 1892 een zinkfabriek tussen Budel en Weert, in een gebied dat bekend was als “De Aauw Hei”. De fabriek en de huizen en voorzieningen die de familie Dor voor de arbeiders liet bouwen, werden aanvankelijk bevolkt door Waalse arbeiders.
De zink- en zwavelzuurfabriek die er stond, kreeg de bijnaam “De Stille Dood” vanwege de zware arbeid en de schadelijke dampen die er vrijkwamen. Jac. Biemans zal hierover meer vertellen.
In 1895 vestigde zich in Reppel, tussen Bree en Peer, de Arsenicumfabriek, ook wel “Groot Fabriek” genoemd. Hier werd arseen geproduceerd, een giftige stof die werd gewonnen uit erts uit Marokko. Arseen werd gebruikt in insecticiden en verf. Omstreeks 1900 werkten er al zo’n 250 mensen. In dat jaar brak er een staking uit bij de smeltovens, maar de arbeiders werden ontslagen en het werk werd overgenomen door anderen. Friedo Steensels zal uitleg geven over deze industrie en de gevolgen voor mens en natuur. Al 35 jaar wordt er gewerkt aan het saneren van de vervuilde grond rondom de fabriek. Omdat de vervuiling te ernstig is om te verwijderen, wordt er nu een sarcofaag aangebracht om de verontreiniging af te schermen.
August De Winne schreef over deze fabrieken in 1912: De arbeiders! Ziet ge, na ’t dagelijksch werk, op den steenweg voorbijgaan, mager, bleek, ontvleeschd, met hoofden als van dooden! Het zijn als zwervende lijken. Men telt er geen ouderlingen onder. Na tien of twaalf jaren in de fabriek gewroet te hebben is hun organisme geknakt. Op veertigjarigen ouderdom zijn het afgeleefde wezens, onbekwaam tot den minst vermoeiende arbeid. Zij zijn versleten, ten einde, en hunne mannelijke kracht zowel als hun geestvermogen verwelken.