Lezing “De ontwikkeling van het wegennet in de periode 1794 – 1814”

24-04-2013 20:00Terug naar Geschied- en heemkundige kring "Het Land van Thorn"Woensdag
24-04-2013 20:00
Zaal “D’n Ingel”, Schoolstraat 20, te Thorn
in het Département de la Meuse Inférieure (Departement van de Nedermaas)

Beschrijving

De lezing wordt verzorgd door de heer Guido Corten (Maastricht, 1958). Hij studeerde geschiedenis in Sittard en Utrecht en werkt als communicatieadviseur bij een financiële instelling. Samen met echtgenote en kinderen woont hij in Geleen.
Wat de lezing betreft ontvingen wij van de spreker de volgende toelichting.
Het departement van de Nedermaas omvatte zo ongeveer de huidige Nederlandse en Belgische provincies Limburg. Het was het deel van het huidi¬ge Nederland dat het eerst door Frankrijk gean¬nexeerd werd. De ideeën van de Franse revolutie werden door de Franse ambtenaren in het departement in de praktijk gebracht. Dit leidde voor de bevolking tot ingrijpende veranderingen in het dagelijks leven. Maar ook verbetering van de infrastructuur was voor de Fransen een belangrijk punt van aandacht.
In 1802 beschreef de Franse wegenbouwingenieur Cavenne de toestand van de Limburgse wegen. Hij vond dat de bestaande verharde wegen in redelijke staat waren. Maar over de structuur van het wegennet was zijn oordeel negatief. Behalve tussen Tongeren en Hasselt waren er geen verharde hoofdwegen tussen de steden in de Nedermaas. Het arrondissement Roermond, dat eenderde van de oppervlakte van het departement besloeg, kende zelfs helemaal geen straatwegen. De hoofdstad Maastricht was geïsoleerd van
de rest van het departement waardoor handel en economische ontwikkeling niet goed op gang konden komen. Cavenne legde de schuld hiervoor bij de talrijke soevereinen die vóór de Fransen deze gebieden bestuurden. Hun tegengestelde belangen hadden de verbetering van het wegennet onmogelijk gemaakt. Het Franse bestuur had de staatkundige verbrokkeling abrupt beëindigd en zag het nu als taak ook de infrastructuur te verbeteren.
Naast economische had de Franse overheid ook militaire motieven voor de wegenbouwplannen. Het departement van de Nedermaas grensde in het noorden aan de Bataafse Republiek en in het oosten was het niet ver verwijderd van de Rijngrens met Pruisen. Maar die rivier was niet van forten voorzien en daarom was de Maas met de vestingen Venlo en Maastricht een belangrijke verdedigingslinie. Deze Maasves¬tingen dienden in oorlogstijd als uitvalsbasis voor Franse legers.
De belangrijkste nieuw aan te leggen wegen waren een nieuwe west-oost verbinding en een nieuwe zuid-noord verbinding Maastricht - Venlo. Zo wist de Franse overheid een blijvend stempel op het Limburgse wegennet te drukken.
Het belooft een interessante avond te worden en wij verwachten dan ook een grote opkomst. Leden van de G.H.K. “Het Land van Thorn” hebben vrije toegang, van niet-leden wordt een bijdrage gevraagd van € 2,--.