Grens

Grens:Grenspaal 140

Grenspaal 140
Afbeelding afkomstig van walter
Externe links
Kaart

Terug naar Grens:Grenspalen

Proces-verbal de 1843Article cinquante-septième.
Limite à travers la commune de Neeritter.

§ 1. Du pont nommé Vrinsenbrug, qui sera mitoyen, la limite s'écartant de la délimitation communale, et se dirigeant vers le Nord, coupe, d'abord, les parcelles de Bounam de Rijckholt (842 et 840 A); elle suit alors le coté Ouest de la parcelle 841 du même, delà, tournant vers l'Ouest, elle longe le coté septentrional des parcelles de BOUNAM DE RIJCKHOLT (840 et 1278 A) pour aboutir à l'angle Sud de la parcelle à la commune de Neeritter (1283 A). A ce point il sera planté une borne (n0. 140).


§ 2. De cette borne la ligne prend la direction du Nord-Est et suit le coté occidental des parcelles de la commune de Neeritter (1283 A), et de BOUNAM DE RIJCKHOLT (908 A), jusque vis-à-vis de la séparation des parcelles DE BRUNEN H. (1271 A) et de BOUNAM DE RIJCKHOLT (907 A). Tournant, ensuite, vers l'Ouest, jusqu'à l'angle Sud de la dernière parcelle. où il sera placé une petite borne, elle reprend la direction du Nord-Est, en séparant une parcelle de la commune de Neeritter (1279 A), de celles de BOUNAM DE RIJCKHOLT 907 et 906 et de RAADSCHILDERS JEAN (976 A). De là, suivant le coté oriental de la dite parcelle 976, elle atteint son angle Est et se dirige, en ligne droite, vers l'angle Sud-Est de la parcelle de SWACHTEN LES HÉRITIERS (1315 A), qu'elle longe vers le Nord en suivant la ligne qui la sépare, ainsi que celle de RAADSCHILDERS JAN (970 A), de celle appartenant à VAN KESSEL (1302 A) pour arriver à l'angle Sud-Est d'une autre parcelle du dite RAADSCHILDERS (965 A). A cet angle, il sera placé une borne (no. 141) et deux petites le seront, aux angles des parcelles 976 et 1315.


§ 3. De là, la limite, continuant dans la même direction, suit le milieu d'une rigole, qui borde, à l'Ouest, la parcelle de RAADSCHILDERS JEAN (1300 A), jusqu'au point de séparation des parcelles de BLANKERS H. (1313 A) et de la veuve GOOSSENS (1312). Elle se dirige ensuite vers l'Ouest, puis au Sud, en contournant une parcelle de RAADSCHILDERS JEAN (962 A), jusqu'en face de l'angle Sud d'une autre parcelle du même RAADSCHILDERS (1310 A) où il sera planté une petite borne. De là, atteignant l'angle précité, elle suit le bord méridional de cette parcelle (1310), ainsi que celui parcelle 1014, appartenant au même, à l'extrémité de laquelle on placera une borne (n0. 142).


§ 4. Delà, la limite, tournant vers le Nord, puis vers l'Est, contourne la parcelle 1014 déjà citée, jusque vis-à-vis de la rigole qui sépare le champ de KUPPERS JEAN (1013 A) d'un bois du même (1016 A); à ce point il sera planté une petite borne. De cette borne, la ligne suit la rigole, contournant avec elle, à l'Est, au Nord et à l'Ouest, le champ de KUPPERS JEAN précité (1013) et revient, tout près de la ferme dite Kuppershof, à l'angle Sud du bois de VAN ESSEN (1337 A), où il sera planté une petite borne. Delà, tournant à l'Ouest la limite suit la rigole qui borde le coté méridional de ce bois et de celui de VAN VOORT (1336 A) et atteint le chemin dit: de Beekerweg, où une borne (n0. 143) sera plantée.



§ 5. De ce point, la limite remonte, vers le Nord, par l'axe du chemin précité; jusqu'au pont (qui reste en Belgique) établi sur le ruisseau dit Groote Beek. Il y sera planté une borne (nu. 144). [1]
Proces-verbaal van 1843ARTIKEL 57.
Grens door de gemeente Neeritter.

§ 1. Van de brug, genaamd Vrinsenbrug, die aan beide landen zal toebehoren, verlaat de rijksgrens de gemeentegrens en richt zich naar het noorden, na eerst de percelen van Bounan de Ryckholt (842 en 840 A) doorsneden te hebben; ze volgt dan de westelijke zijde van het perceel 841 van de zelfde persoon, draait van daar naar het westen en gaat langs de noordelijke zijde van de percelen van Bounan de Ryckholt (840 en 1278 A) om te komen aan de zuidelijke hoek van het perceel van de gemeente Neeritter (1283 A). Op dit punt zal een grenspaal (No. 140) worden geplaatst.

§ 2. Van af deze grenspaal gaat de grens in noordoostelijke richting en volgt de westelijke zijde van de percelen van de gemeente Neeritter (1283 A) en van Bounan de Ryckholt (908 A), tot tegenover de scheiding van de percelen van Brunen, H, (1271 A) en van Bounan de Ryckholt (907 A ). Draait vervolgens naar het westen, tot aan de zuidelijke hoek van het laatste perceel, waar een hulpsteen geplaatst zal worden. Ze gaat verder naar het noordoosten, en scheidt een perceel van de gemeente Neeritter (1279 A) van die van Bounan de Ryckholt (907 en 976) en van Raadschilders, Jean (906 A). Van daar volgt ze de oostelijke zijde van genoemd perceel 976 en komt aan de oostelijke hoek er van en ze gaat in een rechte lijn naar de zuidoost hoek van het perceel van de Erven Swachten (1315 A), waar ze in noordelijke richting langs gaat en volgt de lijn die haar scheidt, evenals van Raadschilders, Jean (970 A) van het perceel toebehorend aan Van Kessel (1302 A), om aan de zuidoostelijke hoek van een ander perceel (965 A) van de genoemde Raadschilders te komen. Op deze hoek zal een grenspaal (No. 141) worden geplaatst en twee hulpstenen zullen worden geplaatst op de hoeken van de percelen 976 en 1315.

§ 3. Van daar gaat de grens in de zelfde richting verder, volgt het midden van een sloot, die in westelijke richting langs het perceel van Raadschilders, Jean, (1300 A) gaat, tot aan het punt van scheiding van de percelen van Blenkers, H, (1313 A) en van de Weduwe Goossens (1312). Ze gaat vervolgens naar het westen, dan naar het zuiden, en gaat om een perceel van Raadschilders, Jean (962 A), tot tegenover de zuidelijke hoek van een ander perceel van de zelfde Raadschilders (1310 A), waar een hulpsteen geplaatst zal worden. Van daar, aangekomen op de voornoemde hoek, volgt ze de zuidelijke zijde van dit perceel (1310), evenals die van het perceel 1014, toebehorende aan de zelfde persoon, aan het uiteinde waarvan men een grenspaal (No. 142) zal plaatsen.

§ 4. Van daar draait de grens naar het noorden, dan naar het oosten, gaat om het reeds genoemde perceel 1014, tot tegenover de sloot, die het veld van Kuppens, Jean, (1013 A) van een bos (1016 A) van de zelfde persoon scheidt; op dit punt zal een hulpsteen worden geplaatst. Van deze steen volgt de grens de sloot, gaat met haar naar het oosten, naar het noorden en naar het westen om het land (1013) van genoemde Kuppens, Jean, tot bij de boerderij, genaamd Kuppershof, bij de zuidelijke hoek bij het bos van Van Essen (1337 A), waar een hulpsteen zal worden geplaatst. Van daar gaat de grens naar het westen volgt een sloot, die langs de zuidzijde van dit bos en van dat van Van Voort (1336 A) gaat en bereikt de weg, genaamd Beekerweg, waar een grenspaal (No. 143) zal worden geplaatst.

§ 5. Van dit punt gaat de grens naar het noorden via het midden van de genoemde weg, tot aan de brug, (die aan België blijft), gelegen over de beek, genaamd Grote Beek. Hier zal een grenspaal (No. 144) worden geplaatst. [2]

Bronnen, noten en/of referenties:
  1. Informatie uit het franse proces verbaal van 1843 afkomstig van grenspalen
  2. Informatie uit het, door Co Bieze, vertaalde proces verbaal van 1843 afkomstig van grenspalen